Testen met persoonsgegevens
Mogen organisaties na de inwerkingtreding van de AVG nog wel testen met echte klantgegevens? Als binnen een organisatie persoonsgegevens worden verwerkt, moet vooraf worden geformuleerd voor welk doel deze verwerking plaatsvindt, en op basis van welke grondslag. Het ligt voor de hand dat er dan voornamelijk wordt gedacht vanuit de primaire bedrijfsprocessen. Een webwinkel moet bestellingen kunnen afhandelen. Een verzekeringsmaatschappij sluit polissen af en draag zorg voor een efficiënte schadeafhandeling.
Op de achtergrond gebeurt er natuurlijk ook het nodige. Vrijwel alle (persoons-) gegevens worden geautomatiseerd verwerkt. Talloze ondersteunende ICT processen zorgen ervoor dat de levering van producten en diensten kan worden gegarandeerd. Als hierbij persoonsgegevens zijn betrokken vallen ook deze processen onder het begrip ‘verwerking’ en zal moeten worden beoordeeld met welk doel en op welke grond deze verwerking plaatsvindt. In sommige gevallen valt dit geheel of gedeeltelijk samen met het doel dat is geformuleerd voor de primaire verwerking. Bij andere ondersteunende processen is dat minder duidelijk. Mag software voor een webwinkel worden getest met behulp van echte klantgegevens, zodat bestellingen in de toekomst nog sneller kunnen worden afgeleverd? Op basis van welke verwerkingsgrond?
Artikel 6.4 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) bepaalt als volgt:
6.4 Wanneer de verwerking voor een ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld niet berust op toestemming van de betrokkene (…) houdt de verwerkingsverantwoordelijke bij de beoordeling van de vraag of de verwerking voor een ander doel verenigbaar is met het doel waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld onder meer rekening met:
a) ieder verband tussen de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, en de doeleinden van de voorgenomen verdere verwerking;
Het is interessant om eens te kijken naar de overwegingen die aan de artikelen van de verordening voorafgaan. Meer concreet: overweging 49 AVG. Hieronder een ingekorte weergave:
De verwerking van persoonsgegevens voor zover die strikt noodzakelijk en evenredig is met het oog op netwerk- en informatiebeveiliging, d.w.z. dat een netwerk of informatiesysteem op een bepaald vertrouwelijkheidsniveau bestand is tegen incidentele gebeurtenissen of onrechtmatige of kwaadaardige acties (…), vormt een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke in kwestie. (…).
Verder lezen bij de bron- Autoriteit Persoonsgegevens en tennisbond stoppen rechtszaak na uitspraak EU-Hof - 29 oktober 2025
- IBD waarschuwt voor digitale dreigingen rond verkiezingen - 29 oktober 2025
- Gemeente Eindhoven niet meer onder extra toezicht om privacybeleid - 28 oktober 2025
Lees ons boek
Gemeenten. Bewustzijn. Privacy.
Nieuwsbrief
Deze versturen we 3-4x per jaar.
Recente blogs
Meer recente berichten
Autoriteit Persoonsgegevens en tennisbond stoppen rechtszaak na uitspraak EU-Hof | Verder lezen | |
IBD waarschuwt voor digitale dreigingen rond verkiezingen | Verder lezen | |
Gemeente Eindhoven niet meer onder extra toezicht om privacybeleid | Verder lezen | |
Bedrijven zoeken balans tussen cloudtelefonie en cybersecurity | Verder lezen | |
Zonder anonimisering is de waarde van AI beperkt | Verder lezen | |
AIVD benadrukt belang van updaten printers en routers in overheidscampagne | Verder lezen | |
Verkiezingen 2025: wat willen de partijen met de belangrijkste privacy-onderwerpen? | Verder lezen | |
BIO2 verankert informatiebeveiliging binnen gehele overheid | Verder lezen | |
Weinig aandacht voor gegevensdeling in verkiezingsprogrammas | Verder lezen | |
1 jaar NIS2: waar staan we in Belgie? | Verder lezen |