Je mag alleen persoonsgegevens verwerken als je je kunt baseren op 1 van de 6 grondslagen uit de AVG. Een van die grondslagen is dat de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is om je gerechtvaardigd belang te behartigen. Deze net gepubliceerde Normuitleg gerechtvaardigd belang van de Autoriteit Persoonsgegevens geeft de nodige achtergrondinformatie bij deze grondslag.
Een verwerking van persoonsgegevens is altijd een inmenging op het fundamentele recht op bescherming van persoonsgegevens. Daardoor is iedere verwerking in beginsel onrechtmatig. Maar de verwerking van persoonsgegevens is in veel gevallen noodzakelijk. Daarom biedt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) een juridische basis om tóch persoonsgegevens te mogen verwerken. Deze basis bestaat uit zes grondslagen. Kan een verwerkingsverantwoordelijke zich baseren op minimaal een van deze zes grondslagen? Dan is de verwerking toch rechtmatig (als het om ‘gewone’ persoonsgegevens gaat, dus geen bijzondere of strafrechtelijke persoonsgegevens –daarvoor gelden extra strenge regels).
Onvrijwillige beperkingen van of inmengingen op het fundamentele recht op bescherming van persoonsgegevens moeten wettelijk worden geregeld. Daar moet het recht in voorzien. In wetgeving die voldoende duidelijk en nauwkeurig is en waarvan de toepassing voldoende voorspelbaar is. Maar ook voor dit fundamentele recht geldt dat het nooit absoluut is. In voorkomende gevallen moet het steeds worden afgewogen tegen andere grondrechten en de (grond)rechten van derden. Vaak zal dat gebeuren in algemene en specifieke wetgeving. Wetgeving die als het ware rechtstreeks verwerkingen mogelijk en noodzakelijk maakt. En waarin de wetgever zelf algemene belangen en (grond)rechten (van derden) afweegt tegen het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens. Deze botsing van belangen –waarbij de wetgever vindt dat beide belangen wettelijke bescherming verdienen –heeft de wetgever dan voorzien, gewogen en daarin keuzes gemaakt.
Er kunnen zich daarnaast concrete situaties voordoen waarin een verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens wil verwerken, maar zich niet kan baseren op de grondslagen a t/m e uit artikel 6, eerste lid, van de AVG. Dus: de betrokkene wil geen toestemming geven of toestemming vragen is niet logisch, er is geen sprake van een contract, er zijn geen vitale belangen van derden in het geding, de verwerkingsverantwoordelijke of een derde hoeft niet te voldoen aan een wettelijke verplichting en ook niet een taak van algemeen belang te vervullen of openbaar gezag uit te oefenen. Situaties waarin de verwerkingsverantwoordelijke van mening is dat hij of een derde zich –net als de betrokkene –kan beroepen op belangen die door het recht eveneens gerespecteerd en beschermd worden. En waarin hij vindt dat het noodzakelijk is om persoonsgegevens te verwerken om die belangen adequaat te kunnen behartigen. In deze situaties is er dus ook een botsing van rechtsbelangen, namelijk het grondrecht van de betrokkene tegen het (grond)recht van de verwerkingsverantwoordelijke of derde.
Verder lezen bij de bronDeze versturen we 3-4x per jaar.
Privacy risico s in kaart brengen met een DPIA | Verder lezen | |
Beveiliging informatie geen prioriteit bij Ministerie van Buitenlandse Zaken | Verder lezen | |
NIS2: onduidelijke wet in combinatie met hoge boetes | Verder lezen | |
AP wil opheldering over fraude algoritme gemeenten | Verder lezen | |
Een tip of klacht indienen bij de AP | Verder lezen | |
Wegiz vraagt om aantal nieuwe NEN normen | Verder lezen | |
Hack bij gemeente: criminelen hadden toegang tot tienduizenden gegevens | Verder lezen | |
Kabinet heeft meer tijd nodig voor anonieme bsn s en socialemediamonitoring | Verder lezen | |
Europese Hof houdt onzekerheid over AVG in stand | Verder lezen | |
Organisatorische inbedding van maatregelen | Verder lezen |
Copyright © 2014 - 2021 IB&P B.V.
algemene voorwaarden - privacyverklaring.
responsible disclosure - sitemap