Testen met persoonsgegevens
![](/wp-content/themes/yootheme/cache/e7/opinies-2019-e7bac935.jpeg)
Mogen organisaties na de inwerkingtreding van de AVG nog wel testen met echte klantgegevens? Als binnen een organisatie persoonsgegevens worden verwerkt, moet vooraf worden geformuleerd voor welk doel deze verwerking plaatsvindt, en op basis van welke grondslag. Het ligt voor de hand dat er dan voornamelijk wordt gedacht vanuit de primaire bedrijfsprocessen. Een webwinkel moet bestellingen kunnen afhandelen. Een verzekeringsmaatschappij sluit polissen af en draag zorg voor een efficiënte schadeafhandeling.
Op de achtergrond gebeurt er natuurlijk ook het nodige. Vrijwel alle (persoons-) gegevens worden geautomatiseerd verwerkt. Talloze ondersteunende ICT processen zorgen ervoor dat de levering van producten en diensten kan worden gegarandeerd. Als hierbij persoonsgegevens zijn betrokken vallen ook deze processen onder het begrip ‘verwerking’ en zal moeten worden beoordeeld met welk doel en op welke grond deze verwerking plaatsvindt. In sommige gevallen valt dit geheel of gedeeltelijk samen met het doel dat is geformuleerd voor de primaire verwerking. Bij andere ondersteunende processen is dat minder duidelijk. Mag software voor een webwinkel worden getest met behulp van echte klantgegevens, zodat bestellingen in de toekomst nog sneller kunnen worden afgeleverd? Op basis van welke verwerkingsgrond?
Artikel 6.4 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) bepaalt als volgt:
6.4 Wanneer de verwerking voor een ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld niet berust op toestemming van de betrokkene (…) houdt de verwerkingsverantwoordelijke bij de beoordeling van de vraag of de verwerking voor een ander doel verenigbaar is met het doel waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld onder meer rekening met:
a) ieder verband tussen de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, en de doeleinden van de voorgenomen verdere verwerking;
Het is interessant om eens te kijken naar de overwegingen die aan de artikelen van de verordening voorafgaan. Meer concreet: overweging 49 AVG. Hieronder een ingekorte weergave:
De verwerking van persoonsgegevens voor zover die strikt noodzakelijk en evenredig is met het oog op netwerk- en informatiebeveiliging, d.w.z. dat een netwerk of informatiesysteem op een bepaald vertrouwelijkheidsniveau bestand is tegen incidentele gebeurtenissen of onrechtmatige of kwaadaardige acties (…), vormt een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke in kwestie. (…).
Verder lezen bij de bronLees ons boek
![](/wp-content/themes/yootheme/cache/cb/1200x1200-layer-doc-boek_zonder-datum-cb672a5d.jpeg)
Gemeenten. Bewustzijn. Privacy.
Nieuwsbrief
Deze versturen we 3-4x per jaar.
Recente blogs
Meer recente berichten
Belang van data ethiek en privacy in de digitale wereld | Verder lezen | |
Governance artikel in wetsvoorstel NIS2 geeft bestuurder te veel ruimte | Verder lezen | |
Cybersecurity vaak te laat in beeld: tips voor een fundamentele aanpak | Verder lezen | |
Britse toezichthouder roept publiek op om privacybeleid apps te lezen | Verder lezen | |
Ook AIVD kijkt kritisch naar AWS cloudverhuizingsplan van SIDN | Verder lezen | |
Nederlandse bedrijven richten zich op quick wins bij implementatie NIS2 | Verder lezen | |
Mogelijk steviger toezicht op cybersecurity gemeentelijke websites | Verder lezen | |
Slimme camera s geven ouderenzorg privacy | Verder lezen | |
Ook AIVD kijkt kritisch naar AWS cloudverhuizingsplan van SIDN | Verder lezen | |
Bestuurders moeten verantwoordelijkheid nemen voor cybersecurity | Verder lezen |